Witlof
Als u witlof zaait, krijgt u eerst
groene planten. Nadat het loof is
afgestorven en is afgesneden groeien,
in de donkerte van de witlofkuil
of afgedekte bak, op de wortels
(‘pennen’) de lekkere eetbare witte
kroppen. Afhankelijk van het soort
kan men witlof, in een kuil/bak
buiten ‘trekken’ of zonder dekgrond
binnenshuis. De witlofkuil/bak buiten,
moet ongeveer 20 cm diep zijn, en
de aarde goed losgemaakt. Daarin
de wortels rechtop zetten, op gelijke
hoogte. Tussen de wortels aarde of
compost aanbrengen en dit met water
inspoelen. De kroppen afdekken met
minstens 10 cm losse grond. Tegen
de vorst de kuil afdekken met stro en/
of takken en droog blad. Voor de ‘trek’
binnenshuis zijn veel mogelijkheden:
in emmer, pot of bak, gevuld met
vochtige aarde, zand, compost of
turfstrooisel. Telkens een aantal wortels
op lengte bijsnijden en inkuilen. De
witlofbak moet wel zéér donker staan,
anders wordt het loof groen. Bij een
‘trektemperatuur ’ van ongeveer